Gepubliceerd: 8 februari 2022

Ervaringsverhaal: de motivatie achter Soep & Co

WERKEN OP STRAAT 
 

In 2019 werkte ik als woonbegeleider voor Neos. Er kwam dat jaar een plekje vrij als chauffeur van het koffiebakkie. Er was weinig animo en ik wist toen nog niet precies waarom maar alles in mij schreeuwde: JA IK!! Dus ging ik op pad, samen met een ervaringsdeskundige en zijn hondje, sjeesde we door Eindhoven.  

Het doel van het koffiebakkie was eigenlijk om daklozen op straat te bereiken, maar eerlijk gezegd (daar kan ik nu wel eerlijk over zijn) hadden veruit de meeste mensen die we op straat troffen wel een dak. De meesten hadden wel een zwaar verleden (vaak dakloos of opvang), maar woonden inmiddels op zichzelf. Toch konden veel van hen nog steeds de aansluiting niet goed vinden in de ‘gewone’ maatschappij. Het koffiebakkie was een laagdrempelige manier om met elkaar in contact te komen, een sociaal moment, een reden om elkaar weer even op te zoeken. Ik geloof dat de meeste mensen niet echt voor de koffie kwamen. 

Wat ik heb gezien (en dat besef ik eigenlijk nu pas echt) is dat het veel meer was dan het uitdelen van koffie. Het was een moment van verbinding. Het was er voor elkaar zijn.
Het was:

- de ex-gebruiker die een terugval had gehad en zich bij ons veilig voelde om dit te delen. 

- de vrouw die na de zoveelste aantijging met haar vriend radeloos op straat was beland en de weg naar de opvang nog niet wist te vinden 

- de man die altijd bij de TU op het bankje zat te wachten omdat hij wist dat wij daar kwamen (en dan dus ook ongerust zijn wanneer ik hem een paar weken niet had gezien) Waar was je nou?? Gaat het goed met je? (een opening voor een gesprek) 

- de moeder met twee volwassen kinderen die ver weg wonen en die ze weinig ziet 

- de oliebollenbakker met een gebroken hart, die zijn verhaal durfde te delen nadat hij een kopje koffie van ons kreeg. 

- Of bijvoorbeeld Harry (ik noem hem voor het verhaal even Harry) die elke week terugkwam naar de Kruisstraat voor een kopje koffie en wat warmte. Hij had het emotioneel zwaar. Hij was zijn vrouw verloren en voelde zich alleen. En ondanks de kou bleef hij juist in die eenzame decembermaand komen. Wij waren een heel klein lichtpuntje, zo voelde het en zo was het. 

Het jammere was dat we met het koffiebakkie eigenlijk altijd te weinig tijd hadden. Het kwam regelmatig voor dat ik iemand wat meer aandacht zou willen geven maar dat we door ‘moesten’ omdat we het liefst wel wat daklozen wilde vinden. Het was vaak rennen vliegen, koffie uitdelen, even contact en weer doorgaan. Om maar niet met 'lege handen' thuis te komen. Het signaleren van daklozen was immers ons voornaamste werk. Natuurlijk was er ruimte voor iedereen. Maar minder dan ik zou willen. Het heersende idee was toch dat de daklozen onze hulp het hardst nodig hadden. 

Maar blijkbaar, besef ik nu, lag daar helemaal niet de grootste behoefte. En nu nog minder met de opvangmogelijkheden die er zijn. Het koffiebakkie heeft zijn laatste ronden gehad ‘want er zijn bijna geen daklozen meer op straat’ …. Maar de behoefte zwerft nog steeds rond. Dat kan niet anders. Misschien juist nu wel meer dan ooit. 



…. (nog even terug naar 2019)

Ergens in december maakte ik mijn laatste rondje. Ik ging stoppen, ik ging op reis. Ik schreef kerstkaartjes en gaf ze weg. Een kleinigheidje, een laatste hart onder de riem voor alle mooie mensen die ik tegen was gekomen. Ook Harry kreeg er een, met tranen in zijn ogen bedankte hij me “jullie doen goed werk” (ik hoop dat het goed met hem gaat). 

Ik doe het vaak af alsof het niks is, voor mij is het niets bijzonders. Ik denk graag aan een ander. Het kost me geen moeite, het gaat vanzelf.  

Maar de laatste tijd realiseer ik me steeds vaker dat het niet niks is. Het is mijn kracht, het is onze kracht. Dus laat ons dat maar doen, laat ons maar wat extra aandacht geven daar waar het nodig is. Niet aan de doorgewinterde daklozen, want die weten hun weg wel te vinden. Maar aan alle mensen, zoals Harry, die overal om ons heen zijn. 

Want wie weet wat dat kopje koffie, die kop soep, oprechte aandacht en een beetje liefde kan doen voor die mens. Misschien kan die ene vraag ‘hoe is het met je’ de uitnodiging zijn die iemand nodig heeft om zijn hart te kunnen luchten. Kan dat luisterend oor voor iemand die het nodig heeft een wereld van verschil maken, waardoor iemand weer vertrouwen krijgt. Wie weet is het net dat kantelpuntje. Net die hand die iemand even vast kan houden en terug kan trekken, waardoor iemand niet over de rand dondert.  

En juist in deze tijd, waar eenzaamheid meer aanwezig is dan ooit, de jongeren het zwaarder hebben dan ooit. Er letterlijk meer afstand is dan ooit. Waar de samenleving lijkt te verharden, met een koude en donkere winter voor de boeg. Brengen wij, naast een warme maaltijd vooral een warm hart. Omdat we voelen dat het altijd belangrijk is om te blijven verbinden, omdat we weten wat dat kan doen. Omdat we zien dat het nodig is. 

Dus dat gaan we doen. Met de bus, met elkaar. Omdat ons lichtje brand en we daarmee misschien een ander lichtje weer kunnen laten schijnen. 

 

AMEN 

 


 

Foto's bij dit nieuwsbericht

Meer verhalen